|
Het achternajagen van de ego-referenties
met het uiteindelijke doel de nood uit het verleden te lenigen in het
heden berust op een fictie.
Een fictie is een onrealistische voorstelling. De fictie ontstaat doordat
de strategievorming die in het
verleden zinvol was, meegenomen wordt naar een later tijdperk, waarin de
facetten ervan niet meer funktioneel zijn. Maar bij gebrek aan een
natuurlijke kern (gevoel van eigenwaarde)
houdt de psycho-emotioneel gestoorde
mens angstvallig vast aan het netwerk
van normen en voorwaarden dat hij zich heeft gecreeerd in de hoop dat het
hem de broodnodige suggestie van liefde en respect oplevert. Natuurlijk is
hij zich er absoluut niet van bewust dat hij zich volledig afhankelijk
heeft gemaakt van het realiseren van deze normen en waarden die dan tot
ego-referenties geworden zijn. |
|
|
Door het zo te stellen wordt al
duidelijk dat het geheel een onhaalbare kaart is, een fictie. Het is niet
voldoende om een keer een goed gevoel over jezelf te krijgen; het is een
voortdurend terugkerende behoefte aangezien de oer-aanleiding de negatieve
of gebrekkige spiegeling van de moeder NOOIT opnieuw kan worden beleefd en
hersteld. |
|
|