De angst die hier aan de orde is kan worden omschreven als zijnde
faalangst resulterend in doodsangst.
Het niet bij machte zijn om aan de normen van de ego-referenties te
voldoen of ook maar daar in de buurt te komen, leidt tot de angst geen
bestaansrecht te hebben.
De faalangst is intrinsiek aanwezig in de psycho-emotioneel gestoorde
persoon aangezien hij een zeer laag gevoel van eigenwaarde heeft, wat
maakt dat hij weinig zelfvertrouwen heeft.
Zo er danook al momenten zijn waarop het de persoon in kwestie
toeschijnt in de buurt te komen van het vervullen van zijn egoreferenties,
DAN WORDT HIJ TELKEN MALE ONDERMIJND DOOR ZIJN INTRINSIEKE FAALANGST,
waardoor hij als bij een SISYPHUS-ARBEID telkens weer opnieuw moet
beginnen zijn ego-referenties te proberen te realiseren.