Een paar woorden wijden aan datgene wat (waarschijnlijk)
ten grondslag ligt aan elk menselijk bestaan, de aanwezigheid van de ziel,
lijkt in een werk als dit wel op zijn plaats.
Echter wil ik niet over zaken schrijven waarover ik
zeker weet dat ik alleen maar speculaties kan doen. Er is niets zichbaars,
niets tastbaars omtrent de ziel bekend. Het is ook niet het onderwerp van
mijn studie geweest.
Een ding echter wil ik hier te berde brengen en dat is
dat ik mij op een gegeven moment bewust ben geworden van iets dat ahw als
een objectieve waarnemer alles wat er in en met mij gebeurt registreert en
ZELF ONAANGEDAAN blijft. Een soort emotieloze dimensie in mij zelf,
temidden of als achtergrond van alle turbulentie van het bestaan.
Ook heb ik geleerd dat deze dimensie niet voelbaar is wanneer ik mij
verlies in mijn psycho-emotionele patronen. Dan wordt zij overschreeuwd en
gesmoord in de spanning en haast van mijn bestaan.
Dit proces van het tot zwijgen komen van deze dimensie,
althans het tot zwijgen komen van het bewustzijn daarvan, schijnt samen te
vallen met de kunst er te zijn voor anderen, te luisteren, lief te hebben.
Spreek ik hier over de ziel?