De ziel

 

Een paar woorden wijden aan datgene wat (waarschijnlijk) ten grondslag ligt aan elk menselijk bestaan, de aanwezigheid van de ziel, lijkt in een werk als dit wel op zijn plaats.

Echter wil ik niet over zaken schrijven waarover ik zeker weet dat ik alleen maar speculaties kan doen. Er is niets zichbaars, niets tastbaars omtrent de ziel bekend. Het is ook niet het onderwerp van mijn studie geweest.

Een ding echter wil ik hier te berde brengen en dat is dat ik mij op een gegeven moment bewust ben geworden van iets dat ahw als een objectieve waarnemer alles wat er in en met mij gebeurt registreert en ZELF ONAANGEDAAN blijft. Een soort emotieloze dimensie in mij zelf, temidden of als achtergrond van alle turbulentie van het bestaan.
Ook heb ik geleerd dat deze dimensie niet voelbaar is wanneer ik mij verlies in mijn psycho-emotionele patronen. Dan wordt zij overschreeuwd en gesmoord in de spanning en haast van mijn bestaan.

Dit proces van het tot zwijgen komen van deze dimensie, althans het tot zwijgen komen van het bewustzijn daarvan, schijnt samen te vallen met de kunst er te zijn voor anderen, te luisteren, lief te hebben.

Spreek ik hier over de ziel?

 

This text is copyright 1999 by Annette Vogels